Waarom vasten goed voor je is
8 bewezen voordelen van vasten
Steeds meer mensen die het doen: vasten. Veel mensen doet het denken aan religie. Maar het wordt een steeds populairder fenomeen voor iedereen omwille van gezondheidsredenen.
1 – Het stimuleert vetverbranding waarmee je vaak wat kilo’s kwijtraakt
Wanneer je vast maakt je lichaam minder insuline aan. Het lichaam gaat dan de benodigde energie ergens anders zoeken, zoals de vetreserves die al opgeslagen zijn in je lichaam. Bij de verbranding hiervan komen ook ketonen vrij.
2 – Vasten verkleint het risico tot overgewicht, hart- en vaatziekten en verlaagt cholesterol en bloeddruk
Omdat je minder insuline aanmaakt, neemt ook je insulineresistentie af. Dit is in heel veel gevallen een grote oorzaak van onder andere overgewicht en hart- en vaatziekten. Door te vasten zul je het risico om deze ziekten te krijgen verminderen. Ook helpt regelmatig vasten om de cholesterolwaarden te verbeteren en je bloeddruk te verlagen.
3 – Vasten zorgt voor autofagie: het opruimen en repareren van beschadigde cellen
Onze cellen “voelen” als er minder eten binnenkomt en passen zich dan aan. Ze worden zuiniger met energie, stoppen met groeien en vermenigvuldigen, en gaan meer investeren in onderhoud en herstel. Ze beschermen zichzelf tegen beschadiging en gaan afvalproducten in de cel gebruiken als brandstof (“autofagie”). Ze “schonen zichzelf op”, het proces van opruimen en repareren wordt versterkt. Uit onderzoeken blijkt dat je na ongeveer 72 uur een totale reset van onder andere het immuunsysteem hebt bereikt.
4 – Verbeter je darmflora
Slechte bacteriën sterven sneller af met vasten, waardoor gezonde bacteriën de kans hebben om te groeien. Deze bacteriën spelen zo’n grote rol bij de stofwisseling, voedselvertering en je immuunsysteem, dat dit klachten kan verbeteren wanneer de gezonde bacteriën in de plaats komen voor de slechte. Zo kan een prikkelbare darm, opgeblazen gevoelen buikpijn verminderen.
5 – Vasten beschermt en ondersteunt je brein tegen hersenziektes
Door te vasten en minder calorieën in te nemen, bescherm je je hersenen tegen genetische- en omgevingsfactoren die normaal voor achteruitgang zouden zorgen van het zenuwstelsel. Dit kan bijvoorbeeld ziekten als Alzheimer en Parkinson helpen voorkomen. Ook zorgt vasten voor ondersteuning van je algehele hersenwerking, stimuleer je de aanmaak van nieuwe neuronen en houdt je bestaande neuronen langer gezond.
6 – Vasten draagt bij aan het bestrijden van diabetes type 2
Het lichaam wordt gevoeliger voor insuline doordat o.a. bloedglucose en insuline dalen. Hierdoor neemt het risico op het krijgen van diabetes type 2 af. Wanneer je al diabetes type 2 hebt, kan vasten er ook voor zorgen dat dit volledig wordt omgedraaid waardoor medicatie gebruik kan afnemen en soms zelfs stoppen.
7 – Vasten ondersteunt kankertherapie
Wanneer een patiënt tijdens zijn kankerbehandeling vast, worden gezonde cellen beschermt en kankercellen juist niet wanneer de chemotherapie plaatsvindt. Dit zorgt er voor dat patiënten significant minder bijwerkingen als vermoeidheid en maag- en darmproblemen van deze behandeling ervaren dan mensen die niet vasten. Vaak hebben ze ook weer minder medicijnen nodig om deze problemen te bestrijden.
8 – Vasten = langer leven
Door de toename in autofagie, breken beschadigde cellen sneller af en worden cellen gerepareerd, wat je gezondheid bevordert. Ook de veranderingen van de IGF-1 (Insulin Growth Factor), helpt veroudering tegen te gaan. Deze stof zorgt namelijk voor groei in bijna alle cellen in ons lichaam. Hoewel we het nodig hebben als we jong zijn, kan deze groei de veroudering versnellen wanneer we ouder zijn.
Bronnen
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25540982
https://doi.org/10.1016/j.trsl.2014.05.013
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/20300080
https://nutritionj.biomedcentral.com/articles/10.1186/1475-2891-12-146
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17607017
https://doi.org/10.3945/ajcn.2009.28380
https://doi.org/10.1152/ajpcell.00056.2010
https://doi.org/10.1016/j.cell.2009.03.048
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23773064/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/20225336/
https://doi.org/10.1016/j.cmet.2014.11.008
https://doi.org/10.1207/s15327558ijbm1303_4
https://doi.org/10.1016/j.arr.2006.04.002